25 october 2008
Herfstvakantie,
en dan moeten we wat verzinnen om Claudia te entertainen. Leeuwen maar dit
keer. Ik heb er zelf honderden gezien, maar de dames zijn van mening dat
ze een leeuwentekort hebben. Er zijn er niet zoveel in Oeganda, maar de
plaats met de beste kans is Ishasha, de zuidelijke punt van het Queen Elizabeth
Park. En ze zijn daar erg fotogeniek want ze klimmen in bomen.
Zo hadden we ze graag gezien, maar helaas: geen eigen foto
Wel ver weg,
een hele dag rijden. En omdat ik onderweg in Lyantonde nog een bouwvergadering
moest bijwonen, hebben we over de heenweg twee dagen gedaan. Tot Mbarara, zo'n
300 km, gaat het nog met de weg, maar daarna is het mis: modder en grote gaten
waar hele vrachtwagens in verdwijnen. En na Rukungiri alleen nog maar stenige
en modderige zandpaden waar je hoogstens 20 km/u op kunt hobbelen. Heuvel op en
heuvel af, uur na uur. Mooie natuur en prachtige uitzichten, dat wel. En in de
dorpjes als Nyakashuli en Kihihi stonden alle kinderen langs de weg te zwaaien.
Je krijgt in Afrika al gauw het misplaatste gevoel dat je een heel populair of
heel belangrijk persoon bent.
Maar goed, na
vijf uur ploeteren kwamen we in het Wilderness Camp aan, gelegen in een bos aan
de Ntungwe River. Mooi op tijd voor de lunch, en die mocht er zijn; fantastisch
wat ze daar midden in de rimboe op een houtvuurtje klaar kunnen maken. Het Camp wordt
gerund door Dave en Karen uit Zimbabwe met een vriendelijke staff die je
bedient en verwent en je alle wensen van de lippen leest. De tenten hebben
comfortabele bedden, warme douche, wastafel en voor nood, 's nachts, een
chemisch toiletje.
Om een uur of 6
gaat het houtvuur aan en daar zitten de gasten dan omheen met een glas bier of
een borrel in de hand en vertellen elkaar sterke verhalen over de avonturen van
die dag. En als je gaat
slapen word je door een security man naar je tent begeleid om je te beschermen
tegen leeuwen, buffels of nijlpaarden die regelmatig 's nachts door het kamp
wandelen.
kampvuur in de bush
Wat een rust 's
nachts: je hoort alleen het kabbelen van de rivier, het kwetteren van de vogels
en het krekelen van de krekels. Karen had de eerste nacht ook leeuwen horen
brullen maar daar hebben wij doorheen geslapen. 's Morgens komt
een vriendelijke bediende je wekken met koffie.
We hebben alles
bij elkaar zo'n 10 uur door het park rondgereden en buffels, kobs, topi's,
wrattenzwijnen, waterbokken en olifanten gezien. Maar ja, het ging dus allemaal
om de leeuwen; en weet je hoeveel we er daar van gezien hebben: NUL!!! Het moet
er krioelen van de leeuwen, iedereen zag ze, een Deens stel vond er twee net
buiten het kamp, een BBC team dat daar was om een documentaire te maken zag er
wel 15. Maar wij niet. Een keer dachten we slim te zijn; we zagen in de verte
het BBC team aan het werk; dat moesten wel leeuwen zijn dus we hobbelden zo
snel we konden dwars door de bush naar die plek toe. Maar wat waren ze aan het
filmen? Een troep bavianen!!
Wie we wel
gezien hebben: Stephen Fry, wereldberoemd acteur. In Engeland tenminste. Maar
in het camp had, behalve ik, niemand van hem gehoord. Voor Claudia werd
hij pas interessant toen ik vertelde dat hij met Mr Bean samen had gespeeld in
Blackadder. Ze ging meteen naar hem toe en vroeg of ze met hem op de
foto mocht. Dat mocht. Hij sprak een paar woorden Nederlands, waarschijnlijk
opgestoken toen hij de hoofdrol speelde in de verfilming van "De
Ontdekking van de Hemel" van Harry Mulish.
Claudia met de beroemde ster
Dal Fry had ik
dinsdagavond op mijn bord, in het Agip Motel in Mbarara, en de volgende
dag Stephen Fry in de wildernis. Hij is een echte verteller. Tijdens de lunches
en dinners kon iedereen meegenieten van zijn verhalen over Hollywoodsterren, die hij vertelde met een diepe bronzen stem die bijna net zo
ver de wildernis in droeg als het brullen van een leeuw.
Er dartelen
duizenden Topi's en Kobs rond, een lopend leeuwenbuffet; dacht ik. Maar Kalab,
de ranger die we gehuurd hadden om ons naar de leeuwen te brengen, legde het
volgende uit: leeuwen moeten heel economisch met hun krachten omgaan. Ze hebben
niet genoeg energie om twee keer per dag te jagen en hun prooi moet
daarom groot genoeg zijn om de hele groep te voeden. 2 - 3 Leeuwen hebben
genoeg aan een topi maar een groep van 5 leeuwen niet; daar moet een
buffel op tafel komen. En die zijn sterk; en gevaarlijk. Wat dan weer
meevalt voor de leeuwen is dat buffels slechte ogen hebben en dat ze
er dicht naar toe kunnen sluipen voor ze er naar toe sprinten en hun tanden er
in zetten.
![]() |
Impala moederliefde |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten