maandag 23 april 2012

Bali

October 2005
We kunnen goddomme onze kont nog niet draaien of er gebeurt weer ergens een ramp. De tsunami vorig jaar toen we op Penang waren, en nu weer dit: de aardbeving in Kasjmir.

Ik was eigenlijk niet van plan deze reis weer wat te schrijven, maar Bali is toch ook wel waard om vast te leggen: aantekeningen voor het boek dat ik later toch wel niet zal gaan schrijven.

Het is anders dan ik verwachtte; bij Bali dacht ik altijd aan exotische palmenstranden, maar die vallen tegen. Het natuurschoon is ook niet echt spectaculair, het mooie van Bali zijn de cultuur, de relaxte sfeer en de vriendelijke mensen. En hun smaak en hun kunst, die je ziet in hun kleding en de architectuur van de huizen, hotels, winkels, café's, restaurants.
En de handicrafts: winkel na winkel na winkel propvol met mooie dingen van hout, steen, zilver, goud, bamboe, schelpen, leer, textiel. Artiesten zijn het, alles kunnen ze maken. 'Antiques made to order' hangt bij een winkeltje tegenover ons hotel. Duizenden werkplaatsen en winkels, hebben we gezien, allemaal tot de nok vol. Genoeg om voor de volgende 100 jaar alle toeristenkoffers te vullen.

Mandjes vlechten
Huisvlijt wordt met de paplepel ingegoten; meisjes vlechten van kleins af aan mandjes en decoraties van bamboe; voor elk huis, elke winkel, elk kantoor wordt elke dag een klein mandje met wat bloemen en eten en wierook op straat gelegd. Voor de goden; voor geluk. En het schijnt te werken want het gaat ze goed. Ik heb geen armoe of honger gezien en nauwelijks bedelaars, maar dat komt waarschijnlijk ook omdat de politie ze arresteert. Wij werden in Ubud een keer aangebedeld door een vrouw en een paar kinderen, maar toen er in de verte een politieauto aankwam, renden ze hard weg.

Het zijn hindoe's op Bali en de godsdienst speelt een veel grotere rol dan bij de hindoe's in India en Bangladesh. De goden bepalen hun leven van de ochtend tot de avond. Geen onderdrukking en sjagrijn, zoals bij islam, maar bloemen, versiering, lachen, feest. Waar je maar kijkt, overal, in elke straat, bij elk huis, staan mooi versierde tempels waar ze elke dag bidden en hun offers brengen. Op zondag zaten alle tempels vol en we hebben op verschillende plaatsen processie's gezien met een draak of een tijger voorop en honderd mensen in hun mooiste kleren met muziek er achteraan. Voor de meeste huizen staat op straat een hoge bamboepaal, mooi versierd met vlechtwerk en aan de voet een klein offertempeltje.

Op zondag hebben we een auto gehuurd en zijn van de kust omhoog gereden naar de vulkaan Batur. Onderweg gestopt bij het Bali Bird Park met tamme papegaaien en een pratende mynna, en bij de Elephant Cave met een tempelcomplex waar honderden mooi opgedofte mensen verzameld waren voor de zondagse ceremonies. De mannen zaten te praten en de vrouwen waren rijst aan het koken en zaten mandjes en draakjes te vlechten, die dan met rijst werden gevuld en aan de goden geofferd.


Eerst in bad en dan de tempel in
Nóg een tempelcomplex, met dezelfde feeststemming en toen naar boven gereden en geluncht met uitzicht op de vulkaan en het meer dat ernaast ligt.
Toen we na de lunch weer in Alex zijn auto stapten, had hij een cassette aangezet met Limburgse popmuziek: gekregen van een paar klanten.

Op de terugweg gestopt in Ubud, een mooi stadje tussen de bossen en rijstvelden met mooie hotels en cafe's en duizenden uitpuilende toeristenwinkeltjes. Duur is het allemaal niet: een mooie batik sarong kost euro 1,60. In roepiahs lijkt het meer: 20.000.

Alex was onze gids en chauffeur, een aardige jongen. De hele reis hebben we hem verteld hoe mooi we de cultuur van de hindoe's vinden en wat voor een hekel we hebben aan muslims; maar dat was een fout, want toen we hem tenslotte vroegen wat hij zelf was, was het verrassende antwoord: muslim.

Van de Nederlandse koloniale tijd is niets meer te zien, alleen wat woorden: kantor pos, notaris, famili, spinasi, kamar pas; en de leukste: kulkas. Ik denk tenminste dat dat onze koelkast is. Het klopt niet altijd neem ik aan, want met de naam KAK op een boot zal de kapitein wel wat anders bedoelen, net als de dikke vrouw die over straat schommelde met op haar hoofd een emmer waarop met grote letters stond: DIK.

Wie noemt zijn boot nou KAK?

Schattige, fotogenieke kinderen overal. Ze roepen je van afstand al toe: foto foto foto. En als je dan geknipt hebt: money money money.


Foto, foto, foto ............. money, money, money



Ons hotel in Tuban is gebouwd in antieke Balinese stijl, met overal gebeeldhouwde decoraties en mooi aangelegde tuinen met vijvers en bloemen. Lekker rustig is het, het is sowieso al geen toeristenseizoen en bovendien hebben veel mensen hun reis afgezegd vanwege de bommen van 1 october. De aanslagen van 2002 en van 1 october hebben veel schade aan de toeristenindustrie toegebracht: veel bedrijven failliet en veel mensen werkloos.



De toeristen zijn belangrijk voor Bali en ze doen alles om je een gevoel van veiligheid te geven: overal veel politie, ook op het strand, liggend onder een boom, kijkend naar de meisjes. Zware job voor die jongens.



Die aanslagen waren in Kuta, de Costa Brava van Bali, over het strand 20 minuten lopen van Tuban. Een heel andere sfeer daar: dure winkels, bars en disco's. En lawaaiige jeugd en meisjes in kleine bikini'tjes op straat. En helaas ook een McDonalds, dus je kunt wel raden wie er binnen vijf minuten achter een Happy Meal zat. En wie zich daarbij zaten te generen. Het is moeilijk op vakantie met een kind van 8. Andere interesses. Zij houdt van strand, zwemmen, olifantensafari en desnoods een dierentuin. En ze HAAT tempels. Kwestie van een tempelscomplex?
Tempelcomplex
Op dinsdag Alex weer gehuurd voor een compromisprogramma: olifantensafari voor Claudia en een tocht naar de berg Agung en het grootste tempelcomplex van Bali voor ons. Viel wat tegen, in Thailand en Nepal zijn de tempels veel mooier. En de berg hebben we niet eens gezien want daar hingen wolken voor. Op de terugreis een tempel + grot met miljoenen vleermuizen bezocht. Apart was een vrachtautootje met varkens waar we achter reden. Verpakt in kokervormige manden, het snuitje stak er aan de voorkant uit en aan de achterkant de staart. Een mandje varken, je kon ze er zó mee weglopen. Als je sterk genoeg was tenmiste, want het waren vette varkens, op weg naar de slager waarschijnlijk. Twee hoog opgestapeld op de laadbak, in die hitte, ze konden geen vin verroeren. Arme beestjes.

Mandje big
Senek fruit meisje
Lekker fruit overal, sommige vruchten had ik nog nooit gezien. Een meisje op het strand verkocht me senek fruit. Claudia vond later dat de schil op een slangenhuid leek; het zal dus wel snake fruit zijn.

Niets vervelends meegemaakt? Nauwelijks. Ze waren wel overal wat al te opdringerig met hun spullen; of die stomme taxichauffeur die in Kuta verdwaalde waardoor we na 20 minuten nog verder van huis waren dan waar we ingestapt waren. We zijn toen maar uitgestapt en naar huis gelopen. Onderweg in een van die steegjes restaurant McWilliams gezien, waarbij de W de omgedraaide McDonalds M was. Leuk gevonden.

Claudia heeft op het strand haar haar laten vlechten, en toen ik aan de juffrouw vroeg of ze dat bij mij ook kon doen, wees ze meteen op mijn kruis en zei: "daar wel". Ondeugende meid. Waarschijnlijk heeft ze dat flauwe grapje al duizend keer gehoord van oude kale kerels.

We nemen er wel weer wat van mee, de koffer zit vol met houtsnijwerk, sarongs, T-shirts en andere troep; en vier mooie schilderijen voor samen nog geen 80 euro: een modern schilderij van een Balinese dans, twee vogelschilderijen en een met een heel fijn penseeltje geschilderde godin Saraswati; die laatste omdat we elkaar in januari 1995 op Saraswati Puja hebben ontmoet.

Ik had ook een paar mooie kleine stukjes koraal mee naar huis genomen, gevonden op het strand, en wilde er door een juwelier mooie hangers van laten maken. Maar thuis kon ik ze nergens vinden en toen ik Ruby vroeg of ze ze misschien tegengekomen was, had ze ze IN DE VUILNISBAK GEGOOID!!! En die was al opgehaald.

Had ik al verteld over die spetterende zonsondergangen? Ons strand ligt op het westen, dus als we om een uur of zes op een terrasje aan het strand zaten met een gin-tonic in de hand, dan konden hem live recht voor ons helemaal de zee in zien zakken.
Prachtig allemaal, Bali krijgt een dikke 8 als vakantieland. Maar als ik moest kiezen ging mijn stem toch naar Nepal. Of Thailand. En ik heb veel mooiere stranden gezien in Kenia, Zanzibar en Mozambique.

En als je dan tenslotte in Singapore weer in het vliegtuig naar Dhaka stapt en je al die Bengalen hoort en ziet en ruikt, is de vakantiestemming weer helemaal weg en heeft plaats gemaakt voor de vertrouwde afkeer van Bangladesh en zijn lompe bevolking.
Hopelijk nog maar een paar maanden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten