zaterdag 29 augustus 2009

Brief uit Kaduna, Nigeria, 29 maart 1996

Ik kan je brief niet zo gauw vinden, dus ik kan niet op eventuele vragen ingaan. Ik herinner me wel dat je niet naar Nigeria wilde komen vanwege Shell en pijpen en zo. Nou dan kan ik je geruststellen, ik heb hier in Kaduna nog nooit een spoor van Shell gezien, dus daar hoef je niet voor weg te blijven. En pijpen? Hoe bedoel je dat eigenlijk?


Die oliebronnen zijn allemaal in het zuiden, in het gebied rond Port Harcourt en op zee. Vroeger heette het daar Biafra. In Port Harcourt zijn ook wat raffinaderijen en daar wonen duizenden Shell-ers. Maar ook daar val je niet over de pijpen maar kun je volop genieten van de weelderig groene natuur, prachtige rivieren en bounty-eilanden. Hier is het niet zo groen, zeker niet nu het al 5 maanden niet meer geregend heeft. Ik geloof dat je het hier een savannelandschap moet noemen, veel struiken en om de 50m een boom. Het land is vrij vlak, af en toe eens een graniet-rots van 100-200m die er bovenuit steekt en hier en daar een rivier. Zo'n 250km naar het noorden begint de sahel: een stuk minder begroeid en soms al een beetje woestijnachtig. Ik ben gisteren nog in Daura geweest, vlak bij de grens met Niger en daar zag ik een kameelkaravaan langs komen, bepakt met wie zal het zeggen en op weg van misschien wel Timboektoe naar Kano.

De natuur is hier zeker niet zo spectaculair als in O.Afrika en de wilde dieren zijn (behalve in een paar game reserves) bijna allemaal uitgemoord en je zult hier nooit miljoenen toeristen zien, maar dat wil nog niet zeggen dat er niets interessants te zien en te beleven is. Nigeria heeft een hele slechte reputatie in de wereld maar dat is maar ten dele terecht. Bij Bangladesh denkt iedereen aan dat arme landje met die lieve, vriendelijke, zielige mensen, maar pas op. Het zijn allemaal achterbakse, schijnheilige sjachrijnen, je ziet nooit iemand lachen, dat is bij de wet verboden. Minderheden hebben het enorm moeilijk en worden door de Bengalen schandalig en genadeloos behandeld. Vrouwen hebben het helemaal slecht en zijn volkomen rechteloos. Als je dat vergelijkt met het vrolijke, opgewekte Nigeria, waar 200 stammen probleemloos met elkaar omgaan, waar christenen en muslims elkaar geen strobreed in de weg leggen en waar de vrouwen heel zelfstandig zijn en alle kansen krijgen, vaak hoge functies hebben of een eigen bedrijf en vrijwel overal als een gelijke worden behandeld.
Van die militaire dictatuur merk je niet veel. De generaals willen geld en rust in het land om ongestoord hun oliedollars binnen te kunnen harken. Je ziet nooit een militair op straat en tenzij je een crimineel bent of een politieke dwarsligger, kun je je hier absolute vrij voelen. Heel anders dan in het overvolle en overgereguleerde W. Europa waar je officieel vrij bent maar waar het barst van de wetjes en regeltjes of anders wel van de taboes. Een beetje een spiegelbeeld van Nigeria: de hele en halve criminelen kunnen bij jullie zo ongeveer doen wat ze willen en de brave burger wordt door 1000 regels en wetten gedwarsboomd en tegelijkertijd door de belasting uitgekleed. Ik vertel hier wel eens over melk-, vis- en mestquota of bv dat je vergunning moet vragen om een raam in je eigen huis te bouwen of om je eigen boom om te zagen, of dat de gemeente je voorschrijft welke kleur je je eigen voordeur moet schilderen, en ik kan jullie verzekeren dat ze dan medelijden met ons hebben. Dus ook onze vrijheid is, net als bijna alles, maar relatief. Volgens een collega leef je hier in de vrijheid van de dictatuur en leven jullie onder de dictatuur van de democratie.

Je mag hier bijna doen wat je wilt en niemand bemoeit zich met je als je niet wilt of roddelt over je. Héél anders dan in dat klote-Bangladesh, waar iedereen iedereen in de gaten houdt. Mijn zus zei het ook, ze wil niet naar Nigeria komen, maar als we weer in Bangladesh zitten komen ze meteen. Stom. En we zitten zo mooi hier, mooi groot huis, vier paarden, polo-, golf-, rugby- en Zaki club. Diverse restaurants waaronder de "Jacaranda" van onze buren, het bekendste en waarschijnlijk beste restaurant van het land. Dat ligt een half uurtje rijden buiten de stad, mooi aangelegde tuin, een winkel met Afrikaanse kunst en een pottebakkerij.

We zijn pas ook een paar dagen naar het Yankari reservaat geweest, waar we hele kudden olifanten, water- en bosbokken, apen en krokodillen hebben gezien. De leeuwen hebben we helaas gemist.

En de moord op Ken Sarowiwa? Ja, die was lastig voor de generaals en dan wordt hij uit de weg geruimd. Dat is een Afrikaanse oplossing, niet typisch Nigeriaans. Die hetze in de hele wereld tegen Nigeria heeft een hoog schijnheiligheidsgehalte. Noem me maar eens één land in Afrika waar het niet voorkomt dat politieke tegenstanders uit de weg worden geruimd. Dan denk bv nog maar eens aan onze (vroegere) heldin Winnie Mandela, die een paar 12-jarige jongens heeft laten vermoorden na ze persoonlijk gemarteld te hebben. En die loopt niet alleen vrij rond maar heeft nog miljoenen aanhangers en nog steeds hoge functies in Nelson's partij.

Zo, dat was even wat PR voor Nigeria.

Maar hoe goed we het hier ook naar de zin hebben, als je hier moet werken dan is toch niet alles zo leuk. Dan loop je vaak tegen een grenzeloze corruptie en onbetrouwbaarheid op van allerlei overheidsdiensten zoals het telefoonbedrijf en word je vaak op een schaamteloze manier uitgekleed. Vertrouwen kun je helemaal niemand en als je ze in dienst hebt dan worden veel van die vrolijke, opgewekte, gastvrije Nigerianen ineens luie, strontvervelende leugenaars, dieven en oplichters.


Had ik al gezegd dat we vijf jonge konijntjes hebben? Ze zijn nu een week of twee oud en zien er schattig uit. Die beestjes zijn er alleen om te aaien, te vertroetelen en te koesteren. Geloof maar niet dat die ooit de kookpot ingaan. Een paar weken voor kerstmis kochten we een kalkoen, een levende. Ik vind kalkoenen lelijk maar wel lekker. Maar P. vindt kalkoenen mooi en lief. Dus hij kreeg gratie. Ze kocht er zelfs nog twee bij. Ook om te troetelen en al die wandelende kalkoenbouten hebben allemaal gezellig in levende lijve en goede gezondheid kerstmis met ons gevierd.

Als ik vlees wil eten dan moet ik dus iets kopen wat P. niet lief vindt: diepvrieskalkoen bijvoorbeeld of vissen, die zijn ook niet lief. Kippen ook niet en parelhoenders al helemaal niet. Die hebben we gehad maar die maken je helemaal gek met hun stomme gekakel en die zijn dus ter dood veroordeeld.

Vandaag 31 maart, ik ben een dag buiten gevecht geweest met een voedselvergiftiging of zoiets, maagkrampen, misselijk, race-kak, koorts en koppijn, maar vandaag gaat het wel weer. Dat soort dingen heb je regelmatig hier. Wat ernstigs heb ik gelukkig nog niet gehad. Momenteel heerst hier een meningitis- en een cholera-epidemie waar duizenden mensen aan doodgaan. P. heeft al drie keer malaria en één keer tyfus gehad. Onze kok heeft 2 weken met tyfus in het ziekenhuis gelegen. En daarna hebben we die arme jongen meteen ontslagen. Hij had al drie laatste waarschuwingen wegens diefstal gehad en we verdachten hem er sterk van dat hij grote hoeveelheden etenswaar stal, maar konden het niet bewijzen. Maar toen hij in het ziekenhuis lag, bleken we zonder hem nog maar een kwart nodig te hebben van wat we gebruiken met hem erbij. Ik heb hem nog een allerlaatste kans aangeboden als hij zou bekennen en zijn excuses zou aanbieden. Maar dat is voor een Nigeriaan teveel gevraagd. Hij ontkende alles en eiste zelfs excuses van mij vanwege de bezoedeling van zijn goede naam.

Boodschappen doen is hier niet zo simpel als bij Albert Heijn, waar je met je wagentje even langs de rekken wandelt en grijpt wat je nodig hebt. Hier ga je met de auto naar de gloeiend hete central market, parkeert ergens, loopt honderd meter in de gloeiende zon naar de ingang, wurmt je daar door een wriemelende massa naar de aardappelboer, onderhandelt 5 minuten over de prijs, dan wring je je naar de tomatenboer, hetzelfde theater, dan uien, kool, boontjes, en overal slepen, wringen, zeiken over de prijs, allemaal in de drukte en gloeiende hitte. Dat is geen lolletje, en dat vind ik nog het ergste van die diefstallen, niet het geld, maar de moeite die je moet doen en de ergernis om het spul bij elkaar te krijgen.

Ik heb voor het eerst sinds een week of drie weer op mijn Shogun gereden. Die was mank omdat onze guard er te wild mee om was gegaan. Ik weet niet of de Hollandse paarden er tegen kunnen, maar hier worden ze kreupel als je er mee op de verharde weg galoppeert en ondanks twee waarschuwingen had hij dat toch gedaan. En toen vanochtend de paardeknecht Shogun na drie weken weer eens wilde zadelen, had die geen zin meer en beet hem een bloedende wond in de arm en een trap tegen zijn heup. Zodat we nu wel een gezond paard maar een kreupele knecht hebben.

We hebben vier paarden intussen. De laatste aanwinst is Jango, een prachtige, sterke, zwarte, wilde hengst die bij aankomst van een afstand al tegen me brulde en vocht en trapte en beet naar alles wat in zijn buurt kwam. Als je eenmaal in het zadel zit is het een ideaal rijpaard, maar hoe kom je er op? En er weer af?

Daar hebben we het volgende op gevonden. Ismaila, de paardeknecht, zadelt het paard en leidt hem naar de guaveboom. Daar ben ik inmiddels met rijlaarzen aan ingeklommen en vanaf een laaghangende tak laat ik me in het zadel zakken. Dan zet ik Jango in de eerste versnelling en rij weg.
Bij thuiskomst pakt Ismaila hem vast en maak ik vanuit het zadel een enorme sprong waardoor ik veilig buiten de trap- en bijtcirkel van Jango beland.

1 april: Ik lig al een paar maanden enorm overhoop met een Engelse aannemer. Wat een arrogante kwal. Ik heb het toch al meestal niet zo erg op Engelsen, maar deze slaat alles. Weet niet dat de koloniale tijd al 35 jaar voorbij is en gedraagt zich alsof hij persoonlijk Her Majesty vertegenwoordigt.

Verder hebben we Nigeriaanse, Libanese, Griekse en Italiaanse aannemers. Bijna allemaal prima kerels waar ik geen enkel probleem mee heb.

2 april: We gaan pasen vieren in Enugu, een dag rijden naar het zuiden. Een ex-collega woont daar heel mooi aan een meer schijnt het en heeft ons uitgenodigd. Het moet daar mooi groen en heuvelachtig zijn.
Het is een mooie ochtend vandaag: zon, windstil, blauwe lucht en pakweg 23 graden. Op de wereldomroep hoorde ik dat het bij jullie 5 graden zal worden vandaag. Heerlijk. Verder wordt er op de radio voornamelijk over gekke koeien gepraat. Een Engelsman vertelde me dezer dagen over een slager in Manchester die ter geruststelling van zijn klanten met grote letters op zijn etalageruit geschreven had: "There's only one mad cow in this house, and that's the wife!".

Ik kom net terug uit Lagos. Ik heb daar een avond en een ochtend doorgebracht, te kort om een eindrapport te kunnen uitbrengen, maar het lijkt me dat die stad volkomen waanzinnig is. Onveilig in elk geval. Op het vliegveld, ik had geboekt voor een vlucht om 13 uur, vertelden ze me aan de Nigeria Airways balie dat de vlucht gecancelled was, dat er misschien om 18 uur nog een vlucht was, maar dat ze me wel op een chartervliegtuig met politici en militairen konden krijgen. Kostte me wel $20 extra. Klonk heel overtuigend en ik ging er op in. Alleen, ik wilde pas betalen als ik zeker was van de vlucht. En toen werden ze een beetje agressief en daarom begon ik onraad te ruiken en vroeg naar de general manager. Toen namen ze ineens met minder genoegen en drongen aan om me naar het vliegtuig te brengen, onderweg steeds om geld vragend, maar daar aangekomen zag ik dat het mijn eigen lijnvlucht was en toen zei ik vrij onbeleefd, want ik was kwaad, dat ze naar de hel konden lopen en dat ze nog geen kobo van me kregen en toen zeiden ze een paar heel onbeleefde dingen terug die ik gelukkig niet verstond en toen had ik weer een lesje geleerd: vertrouw ze nooit. Maar ik moest wel lachen toen ik even later een jong, blank, aan de kleur te zien vers koloniaaltje zag dat door diezelfde boeven tot aan de vliegtuigtrap werd geleid. Die had dus wel betaald en had niet eens in de gaten dat hij genaaid was.

Koude kip - gedeelte van een brief uit Kaduna - 6 juni 1996

kuikentjes onder de schemerlamp

Hoe het met ons gaat: prima, hier en daar een malariaatje of een tyfusje, dagelijks een portie diefstal en bedrog, regelmatig eens een kok, chauffeur of paardeknecht eruitgooien, kortom, ik ben hard aan vakantie toe. Het personeel hier in huis is een ramp, deze week de kok/steward en de paardeknecht ontslagen. Eigenlijk willen ze allemaal alleen maar slapen en verder wil er geeneen naar een vrouw luisteren, dus P kan praten en dreigen wat ze wil, niemand neemt haar serieus.

Van de week weer veel overlijdensberichten: twee kalkoenen aan een virusziekte, een konijntje, per ongeluk door mij gewurgd toen ik zijn pootje aan het verzorgen was en een stuk of wat kuikentjes, nat geregend en onderkoeld.

Dat was een drama met die kuikentjes. Twee kippen lopen elk met een zwerm kuikentjes door de tuin. Eén heeft er twaalf en de ander acht. Zondagochtend heeft het urenlang geregend en toen ik op het einde van de middag even buiten kwam (ik was ziek), zag ik nog maar vier kuikentjes. Eerst dachten we dat ze door roofvogels opgevreten waren, maar even later vond tuinman Ismaila er 16 dood liggen.

Toen hij ons er bij haalde merkten we dat er een paar nog een beetje bewogen als je ze aanraakte. Ze waren ijskoud maar er zat dus nog leven in. Ik had ze al opgegeven, maar Ismaila maakte een vuurtje en daaraan hebben we ze eerst een half uur of zo opgewarmd. Vier waren zo dood als een pier, maar de rest kwam langzaam weer tot leven. Daarna de generator gestart en de overlevenden in een afwasbak onder een schemerlamp gelegd. Drie haalden het niet en bliezen alsnog hun laatste adem uit, maar 's avonds hebben we er toch negen weer aan de mama-kippen terug kunnen geven. Ongelooflijk, toen we ze vonden waren ze net zo koud als een Friki kip bij Albert Heyn in het koelvak.

Een paar van die kuikentjes had ik zelf ter wereld gebracht. Eén van die kippen zat op 12 eieren te broeden en toen er na een week of drie broeden 8 uitgekomen waren, was ze het zat en stapte op, vier vondeling-eitjes alleen achterlatend. Die heb ik toen naar binnen gehaald en verder gebroed met de warmte van mijn eigen handen en met een schemerlamp. De volgende ochtend waren er twee aangepikt, maar verder kwamen ze niet, het schoot maar niet op en de 8 broertjes en zusjes liepen al twee dagen door de tuin te piepen en te dartelen. Daarom heb ik zelf die schaal maar verder opengebroken, de natte propjes veren eruit geschud, onder de lamp gedroogd, ze een spoedcursus piepen en dartelen gegeven en daarna stiekem onder mama gedeponeerd.

Brief uit Kaduna, Nigeria, 2 april 1996

Jango
We hebben een nieuwe hobby: paardrijden. Dat leek me wel een leuk alternatief voor skiën, klimmen, wandelen en allerlei andere leuke bezigheden waar ik hier niet aan toe kom. En bovendien houdt het me van de straat en uit de kroeg en de disco. Dat rijden was nog niet zo makkelijk in het begin, we hadden allebei nog nooit op een paard gezeten en die zijn behoorlijk hoog en wiebelig. In het begin durfde ik alleen heel voorzichtig stapvoets. Als mijn paard ging draven stuiterde ik er steeds bijna af en klemde me krampachtig aan het zadel vast. Galopperen durfde ik al helemaal niet, maar op een gegeven moment vond ik toch dat ik daar doorheen moest. Maar toen durfde mijn paard het niet meer met mij aan, wat weer tot dolkomische taferelen leidde: ik angstig op mijn knol en mijn paarde-knecht, op een ander paard met een stok er achteraan, mijn paard op zijn kont slaand om hem aan het galopperen te krijgen. En als dat dan eindelijk eens lukte dan schrok ik daar zó van dat ik meteen aan de teugel rukte om hem weer af te remmen.

Het publiek dat altijd op de poloclub rondhangt kwam natuurlijk niet meer bij.

Maar na een maand of zo aanmodderen hadden we het aardig onder de knie en nu flitsen we elke dag door de bush. Vier mooie hengsten hebben we. OK, een beetje veel dat geef ik toe, maar er is er meestal wel een die wat mankeert en dan pak je gewoon een andere. En ze zijn heel goedkoop, de duurste kostte f700, maar ik heb ook een mooi paard gekocht voor f200.

We hebben hier alle westerse luxe in huis, een TV met een stuk of zes internationale stations, ik kan de hele dag Radio Nederland Wereldomroep ontvangen, bellen of faxen met Nederland is meestal geen probleem, we scheuren met 120 km/u door het land in airconditionede limousines en overnachten in luxe hotels met airconditioning en CNN op de kamer. Klinieken met redelijk goede doktoren zijn er in bijna elke straat, je hoeft hier niet het gevoel te hebben dat je in de rimboe zit.

En als ik dat vergelijk met mijn eerste uitzending naar Somalië in 1976, dan is er een hoop veranderd. Communicatie was toen onmogelijk, als je het land in moest, dan moest je alles meenemen: eten, drinken, gas, kookpotten, kok, medicijnen, etc, en dan pakte je dat in een oude landrover en dan hobbelde je daarmee dagenlang door de bush over bonkige "wegen", door droge rivierbeddingen, door gebieden waar ze nog nooit een blanke gezien hadden, geen dokter, geen apotheek, geen drinkwater, geen eten. Toen beleefde je nog echt een avontuur. En als je dan na een maand of zo weer in de hoofdstad terecht kwam en een warm bad kon nemen en daar dan een uur lang in kon liggen weken, dan was dat het mooiste en lekkerste op de hele wereld. Ik zou nog wel eens zo'n tocht willen meemaken.

23 april intussen.

We hebben een papa en een mama-konijn en vijf jonge konijntjes. Die kleintjes heb ik gisteren eens nagekeken en ze zaten allemaal vol maden. Een vlieg legt zijn eitjes in de grond en na een tijdje komen daar dan kleine maden uit. En als dan bv een konijn daar wat graaft dan springt zo'n kleine made op dat konijnepootje, bijt er een gaatje in, wurmt zich naar binnen en gaat dan in een holletje onder de huid lekker konijn zitten eten tot hij dik en vet is. Dan verpopt hij zich en even later komt er een dikke vlieg uit. Het konijntje blijft wel leven maar dat is natuurlijk geen lekker gevoel, zo'n ondergrondse vlieg. Er zit dan een dikke bobbel onder de huid en als je daar flink op drukt komt er eerst een klodder etter uit en dan plop, net als een baby uit een ..., een wit-achtige vette made van zeker 1.5 centimeter lang. En er blijft een etterige wond achter die je goed moet ontsmetten. Ik heb er zo zeker tien uitgeknepen. Arme beestjes (die konijnen).

Mensen moeten ook uitkijken. Als er was op de lijn hangt te drogen dan hebben die vliegen er een handje van om daar ook eitjes in te leggen en zo'n larfje dat dan bv in je borstrokje uitkomt maakt het niks uit om in plaats van konijn voor de verandering eens mens te eten. Daarom moet je was altijd goed strijken: om de vliege-eitjes te braden.

En dat is maar één voorbeeld van parasieten die hier voorkomen. Drie jaar geleden hadden we hier een ecologe op het project die je alles kon vertellen over akelige ziektes en parasieten. Ik herinner me nog een 20 cm lange worm die op en neer verhuist tussen je longen en je darmen en dus af en toe via je keel en je mond passeert. Of wormpjes die in je ogen gaan zitten en die je af en toe vóór je pupil langs ziet komen zwemmen. Viva Afrika.

We zijn onlangs weer naar het Yankari reservaat geweest waar we o.a. olifanten hebben gezien. We hebben natuurlijk een fantastisch leven hier: veel simpeler dan in NL, altijd schitterend weer, prachtig huis, VIP behandeling waar je ook komt, overal bedienden, alles wordt voor je gedaan, je hoeft maar te roepen: "Simon bring beer" en 2,8 seconden later heb je het lekker koud en schuimend vóór je staan, of: "Abdul, saddle the horses" en 1 minuut later hoef je alleen maar op te stappen en dan reikt de paardeknecht je nog het rijzweepje aan. Maar toch ben ik op het moment een beetje Nigeria-moe. Er zijn twee dingen die hier een schaduw over mijn geluk werpen: gezondheid, regelmatig grotere en kleinere ziektetjes en ten tweede de continue strijd met het personeel. Hoe aardig Nigerianen op straat, op de markt of in de club ook zijn, als je er mee moet werken is het een ramp: "er met de pet naar gooien" moet hier in Nigeria uitgevonden zijn. En stelen als raven en liegen alsof het gedrukt staat, (bijna) niemand is te vertrouwen, alles moet je afsluiten. Elke dag vechten tegen leugens, diefstal en oplichting. Overal en altijd oppassen omdat iedereen probeert je op te lichten. Vermoeiend en frustrerend. Het wordt tijd voor een nieuw avontuur in een nieuw land.