maandag 23 april 2012

Doorspoelen in Murchison Falls


19 december 2006, de auto in en op weg naar het Murchison Falls National Park. Een dikke 300 km, eerst 175 km asfaltweg: slalommen om de potholes heen en daarna hobbelen op zand- en grindwegen.

We hadden de Paraa lodge geboekt aan de noordoever van de Nijl, dus dat betekende oversteken met de pont. Flinke rivier, een paar honderd meter breed, de Maas is er een klein beekje bij. Aan de oever lagen een mama + baby nijlpaard te dobberen en aan de overkant werden we opgewacht door een pootje badende olifant.

Lekker dobberen
Half drie kwamen we bij de lodge aan. Wat eten, even rusten, een douche en toen maar gelijk de eerste game drive. Denis gehuurd, de ranger van de Uganda Wildlife Authority met een AK-47 voor de buik en 11 jaar ervaring achter de rug, dus ons kon niets gebeuren. Het had veel geregend de laatste tijd, het gras was groen en hoog en Denis begon met uit te leggen dat we daarom niet veel wild zouden vinden. En de olifanten en giraffen dan?, verstoppen die zich ook in het gras? Nee, die zouden we wel vinden, en we hadden ook een goede kans op een leopard in een boom, zei Denis.



Kilometer na kilometer, golvende vlaktes, prachtige landschappen, maar nog geen konijn te zien, laat staan een olifant. Maar toen we 5 uur later weer bij de lodge aankwamen hadden we toch oribi’s gezien (soort ree), bushbucks (soort hert), Ugandan kobs (soort impala), hartebeest (soort paard met horens), water bucks (pluizig hert), cape buffaloes (soort koe), een zwerm ground hornbills (soort kalkoen), giraffen (soort hijskraan) en ...... twee gestrande touristen, een Duitser met zijn Oegandese vriendin, muurvast in een moddergat. En het was al laat; en het begon al donker te worden; en zij was bang; en ze zaten wel 40 km van de lodge af; en hun camp was aan de overkant van de rivier; en de laatste ferry ging om 7 uur; en het was al half zeven.

En er was geen enkele kans dat ze uit dat gat los zouden komen, dus stapten ze bij ons in en lieten hun auto + chauffeur achter. Denis had de wegenwacht gebeld en de chauffeur zou later opgehaald worden.

De zon was al onder aan het gaan, dus volgas terug naar de lodge. En toen het donker was barstte het ineens van de konijnen. Ik wist niet eens dat ze die in Afrika hadden. Ik kom er al dertig jaar, nog nooit een konijn gezien. Op een gegeven moment zagen we in het licht van de koplampen een paar wel erg grote konijnen: leeuwen. Twee jonge mannetjes op jacht. En ze bleven netjes met de auto meelopen. Af en toe even stoppen en poseren voor een foto en dan weer verder. Ruby, Claudia, Frank hadden nog nooit een leeuw in het wild gezien. Als je ze overdag vindt liggen ze meestal duf onder een boom te slapen, dus dit was wel een spectaculaire show.


Wel een erg groot konijn!

De belangrijkste attractie van het park zijn de Murchison falls. We wilden een boottrip boeken naar de onderkant van de falls, maar de boot was kapot, dus de volgende dag maar weer met Denis op stap. Mooie landschappen weer, maar geen nieuwe dieren tot, op weg naar huis al, Denis in de verte een leeuw in een boom zag zitten. De tweede keer pas in zijn 11 jaar als ranger, dus dat was wel weer een speciale show. Op 50 m bleven we staan: kijken, foto's, video, maar mevrouw de leeuw kreeg genoeg van ons, sprong er uit en verdween in het gras.



21 december was de boot weer gemaakt en konden we eindelijk naar de falls. Twee uur varen heen, een uur terug. Kuddes hippo's overal langs de oever en honderden krokodillen. En veel vogels; ik vroeg Emanuel de gids wat dat voor een vogel was, die daar hoog in de lucht rondcirkelde. Hij keek en keek en zei: "een visarend." “Is hij daar boven aan het vissen dan?" Hij moest even nadenken: "nee, vissen doet hij hier beneden." "In het water?" "Ja, in het water!"

De Nijl is daar wel 300 meter breed en 10 – 15 m diep en er staat een flinke stroming. En al dat water perst zich door een 6 m brede spleet heen en valt 45 m omlaag. De stroming is te sterk om dichtbij te komen maar we zagen in de verte wel dat het er flink bruiste en schuimde. Aan de overkant van de Nijl kon je de falls aan de bovenkant van dichtbij bekijken en dat zouden we op de terugweg naar huis gaan doen.

De Nijl heeft het de explorers die 150 – 200 jaar geleden op zoek waren naar haar bron niet gemakkelijk gemaakt. Speke ontdekte in 1862 dat ze bij Jinja uit Lake Victoria stroomt. Vandaar stroomt ze als Victoria Nile zo’n 100 km naar het noorden en verdwijnt dan in Lake Kyoga, een ingewikkeld systeem van meren en moerassen. Van Lake Kyoga uit slingert ze naar het noord-westen, passeert de Murchison falls en mondt uit in Lake Albert. Vandaar stroomt ze, een paar km breed, als Albert Nile naar Sudan en heet dan White Nile tot Khartoum. Daar voegt de Blue Nile uit Ethiopie zich erbij en samen stromen ze dan als Nijl naar Egypte en de Middelllandse zee.

Op 23 december weer op weg naar huis. Zo’n 200 foto’s had ik gemaakt, maar wachtend op de pont heb ik net de leukste gemist: twee vlooiende bavianen achter elkaar; de derde vroeg om aandacht en ging half op zijn kop ervoor staan, zijn kont 10 cm voor het gezicht van de middelste. Een hilarisch gezicht, maar voor ik de camera klaar had om te knippen liep hij weg. Jammer, was de foto van het jaar geweest.

Onderweg dus nog even langs de bovenkant van de falls, en dat is wel een van de spectaculairste natuurshows die ik ooit gezien heb: een enorme stroom water perst zich met gigantisch geweld en oorverdovend lawaai kolkend, bruisend en spetterend door een smalle spleet heen en dan omlaag. Vorig jaar was een Indiase vrouw er in gevallen, zei een lerares van Claudia, die daar net ook was. Het waren kennissen van haar. Haar man wilde een foto van haar maken en zei: “een beetje verder naar achteren; nog wat, nog een beetje, ......” tot ze haar evenwicht verloor en omlaag stortte. In haar val kon ze nog net de riem van de camera grijpen en zo trok ze haar man mee en verdwenen ze samen in de kolkende stroom. Geen schijn van kans dat iemand daar levend uitkomt, je wordt helemaal tot moes gemalen door het water en de rotsen.


Hier er in .....






.... en daar er uit


En op die positive note stapten we de auto in en scheurden zo hard het ging terug naar Kampala. Eerst maar eens kerstmis vieren en dan naar de Bujagali falls en lake Nabugabo, maar dat is weer een heel ander verhaal. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten