zaterdag 13 februari 2010

Brief uit Dhaka, 6 november 2002

Iedereen een happy durga puja gewenst van mij en mijn kakkerlakken. Lekker koud daar? In Holland bedoel ik dan. Hier is het heerlijk weer en het wordt de komende maanden steeds mooier. Ik zit lekker in mijn korte broek met een koel glas gin tonic naast me.


Gisteren was het Durga Puja, een soort kerstmis voor hindoes, met nieuwe kleren, cadeau's en samen eten. Durga is die godin die meer armen heeft dan Jeroen haren. Zij vertegenwoordigt het Goede en verplettert het Kwaad, voorgesteld door een nogal donker mannetje, de naam weet ik niet meer, maar hij lijkt een beetje op Bart. In alle hindoetempels stonden beelden van Durga en gisteravond zijn die allemaal in een processie naar een rivier gebracht en in het water gegooid.

Ja, die kakkerlakken, na de muggen de meest voorkomende diersoort hier. Grote snelle vieze bruine kevers met heel lange sprieten die continu in beweging zijn. Ze zitten letterlijk overal, maar vooral in de keuken. Meestal rennen ze, maar ze kunnen ook vliegen. En ongelooflijk hard, je slaat ze helemaal tot moes, een bruine smurrievlek, hartstikke dood, maar even later kruipen ze weer weg.

Ik geloof dat het nu toch echt bijna gebeurd is met me. Vorige week, bij de kapper zag ik het voor het eerst: er vielen bij de kapper altijd nog meer zwarte dan grijze haren op mijn kapmanteltje, maar nu kon ik er niets anders van maken: de meerderheid was echt grijs. Van de zorgen? Niet van het werk in elk geval, dat gaat nog steeds gladjes en ik word door iedereen nog op handen gedragen.

Je ziet niet veel grijs hier: grijze Bengalen verven hun haar, zelfs oude opaatjes zijn nog pikzwart. Van boven tenminste. Of rood, dat zie je ook wel eens. Dat schijnt iets uit de Koran te zijn.

Apropos Koran, morgen begint de ramadan, een maand lang vasten. Dwz overdag, maar als om zes uur de zon ondergaat dan barst het feest los. Iftar heet dat en dan wordt er gekookt, gebakken en gebraden en gesmuld en gepropt tot ze kogelrond en doodmoe het bed inrollen. Om vijf uur 's ochtends nog even voltanken, nog en uurtje of twee, drie terug naar bed, even een paar uurtjes verder uitrusten op het werk en dan vrolijk op naar de volgende iftar.
En op het einde van de vasten is iedereen een paar kilo aangekomen.

Wat een opluchting, gisteren ben ik voor het eerst in drie maanden eens die volle, drukke, neurotische, vervuilde stad uitgeweest. Een metaalwerkplaats in Chittagong inspecteren en een paar monsters nemen. En daarna een toeristisch programma omdat er nog een halve dag over was voor de vlucht terug.

Eerst een boedhistisch klooster bezocht, de buitenmuren mooi versierd met bloemen en hakenkruisen en van binnen leeg, op twee propvolle tempeltjes na. Eén met een Boedha die vanzelf uit de grond was gegroeid (vertelden ze me met een stalen gezicht) en één met o.a. een grote gouden Boedha uit Thailand.

De monnikken leiden een sober leven, eten mogen ze alleen tussen 6 en 12. In de goede tijd tenminste, want drie maanden per jaar is het nog soberder, al ben ik ben vergeten te vragen hoe sober precies, maar dat was vast en zeker erg sober aan de holle ogen, de ingevallen wangen en het figuur te zien van de monnik die me rondleidde.
Na het klooster een tochtje in een roeiboot op een rustig meer, omgeven door beboste heuvels en beheuvelde bossen met kwetterende vogels. Een oase van rust in dit propvolle land. Toen naar het strand (Chittagong is een havenstad), maar tegen de tijd dat ik daar aankwam was het al donker dus de meiden in bikini heb ik gemist. Maar er was wel een hindoe feest aan de gang met trommels en dansen. Wat gedronken, snel nog een Chineesje gepikt en toen moe maar voldaan naar het vliegveld en naar huis.

Die meiden in bikini dat was een grapje natuurlijk, daar kun je in dit land de eerste honderd jaar alleen maar van dromen.
Ik ben afgelopen vrijdag gekleed in een Punjabi naar een Dewali feest geweest. Een Indiaas festijn, heeft iets met het licht te maken en we waren door een Indiase uitgenodigd voor een Dewali party van de Indian High Commision. Veel traditionele muziek en dans en schitterende vrouwen volgehangen met goud en gehuld in peperdure sari's. En veel kerels in Punjabi's. Maar erg beschaafd en bezadigd allemaal, ik had het graag nog eens overgedaan met Afrikaans publiek.

Die Punjabi dat is zo'n kraagloos overhemd dat tot over je knieën valt. Die had ik net die dag van mijn schoonzusje cadeau gekregen, dus ik kwam er niet onderuit. Zit wel lekker luchtig moet ik zeggen en zij vond me zó knap in die jurk dat ze me spontaan ten huwelijk vroeg. Dat voelde natuurlijk wel goed aan, een meid van 26, maar toch kreeg iedereen die met een camera in de buurt durfde te komen een knal van me.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten