zaterdag 13 februari 2010

Brief uit Bhuapur, Bangladesh - 18 november 1997

Wat een opluchting, eindelijk weg uit dit strafkamp Jamuna Bridge en uit dit kloteland. Ik zal maar geen energie meer besteden aan het beschrijven van alle negatieve kanten van dit land en zijn bewoners en met een positieve blik in de toekomst kijken, naar Mozambique dus.

Ik word daar port engineer in Beira. Jij zult, net als mijn jongste broer, wel meteen aan rode port denken, maar dat zal ik je vergeven. Port betekent namelijk ook “haven” en daar gaat het hier om. Een zeehaven nog wel en we komen 100 meter van het strand van de Indische Oceaan af te wonen en zullen elke dag kreeft, oesters en garnalen eten tot het mijn oren uit komt. En de Mozambiquanen zijn een vrolijk, opgewekt volkje dat best de zon in het water kan zien schijnen. Dat is toch wel even wat anders dan die deprimerende ellende hier.

En wat nog een aardige bijkomstigheid is: ik ga twee keer zoveel verdienen als nu.

Stuur mijn post maar naar mijn zus in de Hoeksche Waard, het land van de suikerbieten, spruiten, juinen, modder, koeiestront en paardepis. Dat zij daar wonen is nog een overblijfsel van de zeventiger jaren, toen iedereen die een beetje met zijn tijd meeging van zijn comfortabele doorzonwoning in de stad naar een gammel, rot, vochtig boerderijtje op het platteland trok. In hun geval is het een scheefgezakt dijkwoninkje en mijn zwager is nu al meer dan twintig jaar aan het verbouwen en uitbouwen want in de loop der jaren hebben ze vier kinderen gekregen en die willen niet meer met zijn tweeën op een kamertje van 2 x 3 maar vooral de drie meisjes eisen een ruime eigen kamer waar hun jeugdige ontwikkeling zich volledig harmonieus kan voltrekken (en ze ongestoord met hun vriendjes kunnen rotzooien). Gelukkig heeft hij tijd zat want hij zit in het onderwijs en die werken maar een paar uur per dag. En dat maar enkele dagen per week. En dat trouwens nog lang niet alle weken per jaar zoals jij ook wel zult weten. Je kunt het toch blijkbaar toch nog ver schoppen met een pretpakket op de MULO.

Ik had nog wat vergeten over Mozambique. De voertaal is daar namelijk Portugees, en dat zal ik ook moeten leren. Daarom stuurt mijn nieuwe baas me in december a.s. op een cursus. Zou ik daar niet al te oud voor zijn? Wat denk je?
Toen ik afgelopen oktober mijn sollicitatiegesprek had, testte de Mozambiquaanse opdrachtgever mijn talenknobbel en vroeg wat “cerveza” betekende. Ik denk dat dat het enige Portugese woord is dat ik ken en ik zei flink: “that sounds like beer”. “That’s right” zei hij, “excellent, we can’t survive without beer in Beira”. Volgens mij kreeg ik daarom de job. Of zou het ook een beetje zijn omdat hij het volste vertrouwen had in mijn onschatbare capaciteiten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten